Di-25sep2007
Verplaatsing naar de kust. Als we Sevilla uitrijden
langs de havens en een erg hoge brug over de Gualdalquivir zoeken we
weer een weg door het binnenland, ver van de autobaan. Op deze mooie
route doen we Arcos de la Frontera aan. Dit stadje ligt hoog op een
heuvel met uitzicht op een stuwmeer, wat volgens de kaart in het
voorjaar vele malen groter moet zijn. Straatjes die nauwelijks een auto
breed zijn en dus weer een doolhof. Erin is lastig, eruit komen kost nog
meer moeite. Ook moeten er nog bussen met dagjesmensen gelost en geladen
worden, dus lang verstopte straten. Omdat we niet per auto naar Cadiz
willen, gaan we de auto stallen bij het hotel in Chiclana.
De bus vertrekt elke 15 min direct voor het hotel
en rijdt langs de grote delta met zoutpannen. Cadiz ligt verbonden met 2
dammen op een eiland in een grote delta van zoutpannen. Het hele gebied
kan onder zeewater stromen en dus de pannetjes vullen. Dan het water laten
verdampen en het zout is gewonnen. Op de enkele hoogtes in de streek is
alles vol gebouwd (veel hoogbouw) en het is dan ook erg druk. Rondom de
delta wonen ca. 500.000 mensen.
Cadiz is een nette stad, erg druk maar schoon met
een verkoelend zeebriesje. Een grote haven, maar geen echte oude
toppers. Een aardige kathedraal, een mooie boulevard en mooie nauwe steegjes met
kroegjes. Opvallend in Spanje hoeveel kroegjes er in de binnenstad
zijn met bierdrinkende klanten. Er wordt ook veel o% of Buckler of "sin
alcol" gedronken, vooral in wegrestaurants. In NL not done na Youp van
't Hek.
Als we om 19uur naar Chiclana
terug gaan, zie je alle ouders met hun kinderen in de stadsparkjes. Het is een Spaans
gebruik om tegen bedtijd als de hitte afneemt, met de kinderen nog een
loopje te maken.
Terug in Chiclana gaan we een pizza eten in
een "takeaway" restaurant.
-
Gereden: 209km
Hotel Alboran te Chiclana
|