|
-
TAMAN NEGARA -
Woensdag 1 mei 2002.
Vroeg uit de veren! 07:30uur vertrek naar Taman Negara. Het
jungleverblijf. Alweer regen vanmorgen, niet veel maar toch. De hele weg
tot bijna voor Tembeling regent het. Jammer. Het landschap wordt er ook
niet vrolijker van. Het is toch al eentonig, dicht groen begroeid.
Voor het jungleverblijf hebben we een over-night bag ingepakt, kleding
voor 2 nachten. Dit omdat de boot waarop we gaan niet zo geschikt is voor
grote koffers. In Tembeling bij de bootafvaart naar Taman Negara schijnt
de zon en als we buiten eten is het dus heet. Om 14uur vertrekt de
longtail boot voor de 60km naar het ressort in de bush. De hele weg regent
het opnieuw, wat natuurlijk erg goed is voor al het groen langs de oevers,
maar minder voor ons toeristen. Je zit op de bodem op een kussentje, maar
eigenlijk onder de waterspiegel. De buitenboordmotor raakt soms de kiezel
in de ondiepe ca. 50m brede rivier. De vaargeulen zijn met drijvende
plastic drankflessen aangegeven. Erg divers groen, bomen en struiken,
palmen etc., maar weinig bloesem. Geen wild en af en toe vogels, zoals
ijsvogels. Bij het ressort staat een kudde wilde buffels op de oever. De
mensen, gelukkig niet wij, die voor in de boot zitten, worden door het
spatwater en de regen zeiknat. Ondanks de hoge temperatuur 32 oC is het
door de snelheid van de boot en laag op het water fris. Onze fleece truien
komen goed van pas. Het resort is op een hoogte boven de rivier gebouwd.
Het bestaat uit ca. 100 vrijstaande houten chalets op palen, ingericht
voor 2 personen. Inclusief airco, ventilator en balcon. Er kunnen diverse
optionele excursies worden gedaan. Zoals de junglenacht trek volgens de
Fox-gids. Hiervoor werd een zaklamp, regencape en afritsbroek gekocht.
Nadat we 's avonds met de groep op een van de vele bootjes aan de overkant
gegeten hebben, draait de restauranteigenaar een video. Hierop daalt de
animo voor een natte jungletocht in het donker dusdanig, dat niemand van
onze groep nog interesse heeft. Het wild wat er getoond wordt, zijn
motvlinders, wormen en andere kleine en zeer kleine, ook belangrijke
jungle bewoners, maar toch niet interessant genoeg om doorweekt te raken
en bloedzuigers te trotseren. Bovendien is de tocht voor het grootste deel
op het ressort. Jammer van de aankopen, maar de economie is weer gesteund.
Afgesproken wordt om morgen met Robert-Jan een tocht te lopen naar de
Canopee, de luchtbrug door de kruinen van de bomen. De entree van Taman
Negara is 1RM = €0,30 en fotolicense 5RM.
Donderdag 2 mei 2002.
Goed geslapen. Ondanks of dankzij de geluiden van de jungle. Boven het
constante geluid van onze lekkende airco is toch het geluid van de vogels
en insecten te horen. Om 5:45uur komt hier nog de oproep van de imam voor
gebed bij. Een ca. 30 min. durende spektakel, waar de man hoorbaar zijn
laatste adem inlegt. Soms moet hij even op adem komen voor de volgende
frase Dit is jungle, dit is Maleisië We zijn nu in de staat Terenganu die
met de staat Kelantan streng islamitisch zijn. In het winkeltje op het
ressort is ook geen bier te krijgen wegens het geloof, enkel voor 14RM=€4,20
per glas in het restaurant. Wat flink doorzakken behoorlijk prijzig maakt.
Na het ontbijtbuffet, opnieuw weer groots opgezet, wordt er verzameld om
09:45uur voor de jungletocht naar de canopee. Een 1,5 km lang pad door de
jungle, vettig ongelijk en moeilijk. Bijzondere bloemen van een palmsoort
en 2 duizendpoten van 20cm. zijn de meest opvallende zaken in het
dichtbegroeide groene decor. Hoge kaarsrechte bomen (tualang=kombest hout)
torenen uit boven de groene lagere begroeiing. Snikheet, maar vooral
vochtig. De canopee is een 500m lange hangbrug van boomtop naar boomtop.
Slechts 4 personen mogen tegelijk op de heftig wiebelende en zwalkende
brug. De langste over(hang)brugging is ca. 100m. Het thrill moment is
groter dan het natuurschoon of leermoment. Toch een mooie attractie. Om
12uur zijn we terug in het ressort en gaan we rusten en eten. Om 16:45uur
is de excursie naar de orang-asli per boot. Met ca. 20 personen worden we
in 2 boten stroomopwaarts gevaren. Enkele stroomversnellingen passeren we
zonder problemen. Onderweg passeert een groep autoband rafters. Na 20 min
varen komen we aan bij een groep van de Batik-stam. 7 families en ca. 40
personen. Het zijn nomadisch levende mensen, die als er een sterfgeval is
gaat verhuizen. Ze leven in hutten met palmbladeren en huizen op latten
roosters. Hieronder is net ruimte voor het houden van enkele kleine
kippen. Ook hier komt de "beschaving": het hardrockcafé T-shirt
hangt te drogen aan de waslijn. Bij de eerste hut is de lijn een liaan,
bij de volgende hut een koord. Ook het dak is bij 2 van de 6 hutten extra
waterdicht gemaakt met plastic zeil, schijnbaar betrouwbaarder dan lagen
palmblad. Ze leven van de jacht met giftige blaaspijpen op klein wild,
eekhoorns, vogels en apen. Geen grote zoogdieren, want daar heeft men
respect voor en worden niet gegeten. De mensen zitten diep in de hutten,
de flitsende camera's verafschuwend?? Bart heeft een digitale camera en
laat de gemaakte foto meteen aan de mensen zien. Toch is het gênant om zo
opdringerig te fotograferen. Later krijgen we een demonstratie pijlblazen
en we mogen het ook proberen. De stam wordt betaald voor de excursie, maar
de overheid eist dat de kinderen onderwijs volgen. Met het geld wordt
inkopen gedaan in het dorp. Er wordt stevig filtersigaretten gerookt. Ik
heb geen boot gezien, maar ze vissen weinig. Hun bejaarden en zieken wonen
op een vaste plek stroomafwaarts, een soort bejaardenhuis. Op de terugweg
wordt Truus zeiknat. Ze krijgt de volle laag bij een stroomversnelling. 's
Avonds met de groep gegeten aan de overkant van de rivier, bij Familia. De
plaats heet Kuala Taham.
|
|