Woensdag
05 nov 2003
Vanmorgen
ontbeten op het terras voor het huis. De jagers hadden al gegeten, want
die moeten op pad. Het Duitse stelletje dat hier ook een nacht blijft eet
tegelijk met ons. Lekkere harde broodjes, twee soorten yoghurt en müsli,
enkele soorten jam, twee soorten eigengebakken brood en diverse vleeswaren
en kaas. We nemen ieder een gekookt eitje.
Hierna
pakken we onze spullen in, schrijven onze naam in het gastenboek, rekenen
we af en vertrekken. Het is minder warm dan gisteren. Gelukkig maar.
Eerst
rijden we de weg terug door de poorten. Het is een erg golvende weg, net
een achtbaan maar dan rechtvooruit. De eerstvolgende plaats is Omaruru,
zo’n 36 kilometer verder, waar we tanken en proviand kopen.
Dan
gaat het verder de C33 naar Karibib waar we rechtsaf slaan naar de kust.
Na zo’n kleine 60 kilometer maken we een uitstapje naar de Spitzkoppe,
een erg mooie granietformatie waar bergbeklimmers hun hart aan op kunnen
halen. Wij zien echter geen klimmers op het terrein wat ook een camping
is. Je mag met de auto overal doorheen rijden en af en toe zie je een
plekje waar je je tent op kunt slaan. Achter een grote rotsblok gaan we
boterhammen eten en klimt Ger over de rotsen (probeert althans want de
stenen zijn schilverig) om mooie foto’s te maken. Door deze
schilverigheid lijken de rotsen met een laagje fluweel bedekt te zijn. Ze
doen heen zacht aan maar zijn in werkelijkheid natuurlijk bikkelhard. We
rijden weer verder en zijn zelfs een poosje ons spoor bijster, terwijl we
een route hebben gekregen bij de ingang. Maar hoe dan ook, we komen er
uit, waarna we onze route weer vervolgen. Om een uur of drie zijn we in
Swakopmund. Een, voor Namibische begrippen, grote stad. Onze lodge ligt
een stuk of wat kilometer buiten de stad aan de zee. Mooie kamers. Ger en
Truus op de eerste verdieping met bad en ronde raam; Chris en Jet op de
begane grond met douche en schuifpui met zicht op zee. De kamers zijn
inclusief een 2-pits kookplaatje en aanrecht met porselein en pannen. Ook
een snelkoker met koffie, thee en chocoladedrank zakjes.
We
drinken op ons terras een kop koffie met een soort cake die we bij het
tankstation in Omaruru gekocht hadden. Het is warm, hoewel de temperatuur
toch een stuk lager is dan in het binnenland. Daarna gaan we een stukje
langs de zee wandelen en zandmonsters nemen.
Na
een korte siësta laten we de zon in de zee zakken en vertrekken dan naar
de stad om te eten. Onze geparkeerde auto wordt bewaakt door een sucurity
man die overal in de straten aanbieden om dat te doen. Voor een paar
dollar houden ze een oogje in het zeil, wat schijnbaar nodig is. Te zien
aan alle muren, bewaking en alarm. Zelfs onze kamer kunnen we op alarm
zetten en de poort die met afstandbediening te openen is wordt nog door
een mannetje bewaakt.
In
de stad bekijken we wat winkels en belanden later in een Duitse eethuis,
Zur Weinmaus, een vreselijk oudbollig tentje met muziek van jaren her.
Echte Duitse schlagers en zo. Maar het eten is prima.
Zo
tegen 10-en thuis en dan gaan we proberen te slapen bij het “lullen”
van de golven. In een folder van de BeachLodge staat: "while waves
lulls you in sleep".
Gereden:
390 km
Donderdag
6 nov 2003
Vanmorgen
niet te vroeg voor het ontbijt. Het is een uitgebreid ontbijtbuffet. In
het mandje met scone’s lag zelfs een croissant die Truus heeft gegeten.
Hoewel, hij leek meer op een hele grote slappe rups, maar hij was zo
lekker dat ze zelfs een tweede wilde.
Daarna
gingen we naar de stad. Geld pinnen en wat winkels bekijken. De prijzen
liggen op Nederlands niveau. Truus kocht een T-shirt voor 100 dollar wat
zo’n 25 oude guldens is. Voor het goedkope hoef je het hier niet te
doen. Maar ze hebben zo’n mooie stoffen. En andere mooie dingen. Het
water loopt je in de mond. Ger voelde zijn portemonnee al en jutte ons op.
We moesten naar Cape Cross want de weg daarheen was lang en misschien ook
nog wel slecht. Dus we gingen weer terug naar het hotel. Eerst wat drinken
en dan op weg. Swakopmund ligt aan de woestijn. De straten naar het hotel
liggen onder een dikke laag zand en er langs is ook gewoon: zandbak. Maar
als je de stad uit bent is het een en al gele zand. Zo ver je kunt kijken.
Af en toe een rimpeltje en dit geheel heeft als gevolg dat er een bultje
komt waar dan ook nog iets op kan groeien. Maar van ver ziet het eruit of
er overal hutjes in de zandvlakte staan. Op en neer was het 256 km en
alleen het laatste stuk had wat bergen en een iets andere kleur. Toch knap
die ontdekkingsreizigers die zo’n weg gewoon doorgingen. Ik zou na een
paar uur al zijn omgedraaid. Maar niettemin, een bijzondere ervaring.
Trouwens de straat van Swakopmund langs de kust naar Hentiesbaai en Cape
Cross is van zout gemaakt. Het is "ingehard" zout, als het nu
een keer regent(eigenlijk nooit), maar flinke mist heeft hetzelfde
effect, dan wordt het
bovenste laagje zout zacht en spekglad. Bij Cape Cross staan dan ook
diverse kruizen langs de weg van omgekomen automobilisten.
Er
zijn een paar plaatsjes onderweg, hoewel plaatsje is misschien een te
groot woord. In ieder geval was er af en toe iets dat anders dan zand was.
Maar de weg was in ieder geval goed.
In
Cape Cross entree betaald om bij de zeehonden te mogen. Dat waren er veel,
heel veel. Sommige moeders waren net bevallen – een baby had de
navelstreng zelfs nog aan zich vast zitten. ‘n Hele tijd de kolonie
bekeken en je went dan een beetje aan de penetrante geur van de dieren.
Onze boterhammen aten we onder een afdak vlak bij de dieren. We zijn er
hele tijd geweest. Op deze plek werd door een Portugese zeevaarder in 1486
een stenen kruis, padrao, opgericht.
Ook
stond er een soort grafzerk ter nagedachtenis aan Pieter Stephanus Gouwst
die hier van 1978 tot 1981 iets onleesbaars had gedaan. (thuis op internet
kan ik niets over deze man vinden). Weer terug naar huis en samen op het
terras in de zon koffie gedronken en wat geluierd. Het zand dat we hadden
meegebracht stonk verschrikkelijk naar zeehond. Ger moest het eerst wassen
en nu ligt het op het terras te drogen. Verder hebben we voor twee dagen
een restaurant besproken. Er waren er nogal wat vol voor vanavond. Dat
viel een beetje tegen maar nu gaan we vanavond naar de Western Saloon en
morgen naar Brauhaus.
Gereden:
256 km.
|